Vlak na de academie maakte ik een tekening, de eerste tekening die er wat mij betreft toe deed. Deze tekening heeft als titel De vertaling van het dier. Het gaat over hoe dingen veranderen wanneer ze verdwijnen. Wat als er alleen taal overblijft? Denk bijvoorbeeld aan een uitgestorven diersoort, zoals de dodo. Wat rest zijn een paar botjes, verhalen en een naam. Die roepen iets op en er ontstaat iets nieuws, iets dat alleen bestaat in onze verbeelding.
Verdwijnen is vanaf die tijd een thema in mijn werk. Er verdwijnt voortdurend van alles om ons heen, zonder dat we daar bij stilstaan. Onze omgeving verandert, de mensen om ons heen, wijzelf. Maar alles laat een neerslag in ons achter, een soort residu. Dat residu, dat is mijn werkveld. Het bestaat uit herinneringen, flarden van dromen, ideeën voor mogelijke beelden. Ik zie het als een soort humuslaag van waaruit mijn werk ontstaat.